home
  • Welkom
  • YOGA
    • Yoga Workshops
    • Prive Yogales
    • Yoga Samen
    • Yogi Info
    • Inspiratie
  • Individuele Begeleiding
  • Attitudinal Healing
  • Nieuws
  • Tarieven
  • Over
  • Contact
  • Welkom
  • YOGA
    • Yoga Workshops
    • Prive Yogales
    • Yoga Samen
    • Yogi Info
    • Inspiratie
  • Individuele Begeleiding
  • Attitudinal Healing
  • Nieuws
  • Tarieven
  • Over
  • Contact
Search by typing & pressing enter

YOUR CART

4/16/2018 0 Comments

Binnenlaten

Picture

Eerst stond Verlangen voor de deur.
Ik zei: ‘Hallo, kom binnen.’
Verlangen ijsbeerde ongedurig door de kamer, afgewisseld met zich blind staren voor het raam. Ik observeerde haar en als ze me aankeek knikte ik, alsof ik daarmee zeggen wou: ik ken jou.
Toen klopte Kennis aan.
Ik zei: ‘Hallo, kom binnen.’
Hij begon allerlei dingen te ordenen en te verzetten, terwijl ik mijn chaos nou juist wel prettig vond. Ik vroeg hem om zich een beetje rustig te houden, en niet alles in hokjes en laatjes te stoppen, maar hij ging maar door alsof hij het heel druk had en een belangrijk doel moest bereiken.
Toen werd er weer aangebeld. Daar stond Wijsheid voor de deur.
Blij zei ik: ‘Hallo, welkom.’
Ze droeg geen jas en ook geen schoenen, en liep meteen de kamer in.
Toen Kennis hem zag, vluchtte hij snel naar buiten en trapte daarbij op haar tenen. Wijsheid gaf geen kick, glimlachte alleen maar. Ze was het gewend dat Kennis haar niet graag zag. Verlangen wel, ze werd juist rustig van Wijsheid en ging eindelijk zitten.
Toen klopte Woede aan.
Ik schrok en deinsde achteruit.
‘Verdwijn, jij bent slecht,’ riep ik. 
Ik wilde de deur dichtgooien, maar dat ging niet, alsof er een hele harde tegenwind op stond.
‘Ben je zo laf dat je me niet binnen durft te laten?’ vroeg Woede.
Ik zei: ‘Ik weet het niet. Je bent zo immens. Maar oké dan, kom binnen.’
Zijn cowboylaarzen zaten onder de modder, maar hij wou ze niet uitdoen en liep zo de kamer in. Hij raasde en tierde en stampte in het rond. Ik deed niet anders dan hem aankijken en wachten totdat hij uitgeraasd was. 
De modder lag overal. Ik pakte stoffer en blik om het op te ruimen. 
Wijsheid nodigde Woede uit om even naast haar te komen zitten. Eerst weigerde Woede, maar omdat hij nogal uitgeput was, gaf hij toch toe. 
Wijsheid keerde zich naar Woede: ‘Nou, nou, je bent me d’r wel eentje, jij.’ En ze schoten allebei in de lach.
Toen klopte Verdriet aan.
Ik zei: ‘Nee, moet dat nu?’ 
Toen ze dat hoorde, keek ze nog treuriger dus ik zei: ‘Vooruit dan, kom maar in mijn armen.’
En ze huilde en huilde tot alle tranen op waren en mijn blouse doorweekt was. Toen viel ze in slaap. Ik legde haar voorzichtig op de bank en wikkelde een dekentje om haar heen. Ze was zo moe van alles tegenhouden. 
Ik wist precies hoe zij zich voelde. Ik kende haar al zo lang. Toch had ik haar niet genoeg aandacht gegeven, en haar, als het mij even niet uitkwam, weggeduwd. En dat speet me nu erg.
Toen klopte Eenzaamheid aan.
Ik keek met één oog en zei: ‘Wat kom je doen?’
‘Jou spiegelen,’ zei Eenzaamheid.
Ik schrok en zei: ‘Ga weg. Ik wil jou niet.’
Eenzaamheid draaide zich om en gebukt liep ze weg. Ik sloot snel de deur.
Na een paar minuten werd weer geklopt.
Angst stond voor de deur.
Ik schrok en verstijfde.
‘Laat je me buiten staan?’ vroeg Angst.
Ik was zo bang voor wat ik zag dat ik de deur dicht smeet.
Er werd opnieuw geklopt.
Ik deed niet open en durfde niet te kijken wie het was.
Later werd er weer geklopt, nee, gebonkt. Zo hard dat het huis ervan trilde. 
En ja hoor, daar stond Angst weer.
Hij liet zich niet negeren en wegsturen. Hij keek nog banger dan de vorige keer en leek gegroeid. 
Ik verzamelde moed, opende de deur nog iets verder, keek hem helemaal aan en liet hem binnen, terwijl ik naar de kapstok wees. Hij deed zijn jas uit, en toen zag ik dat hij leeg was! Er zat niets in die jas. Ik keek naar de kapstok, zag dat de jas er opeens ook niet meer hing. 
Ik snapte er niets van, maar voelde me wel opgelucht en kalm. 
Toen ik de kamer binnenkwam, zag ik dat ook Verlangen was verdwenen. Samen met Angst waren ze met de noorderzon vertrokken.
Toen werd er weer geklopt. Niet weer hé, dacht ik.
Ik deed open en daar stond Eenzaamheid opnieuw.
‘Waarom ben je teruggekomen?’ vroeg ik.
‘Om jou te spiegelen, en omdat je me de vorige keer de deur wees.’
‘Kom maar binnen dan, ik kan er blijkbaar niet omheen,’ zei ik.
‘Nee, inderdaad. Ik ben je trouwe metgezel, en als je mij ontkent of afwijst, doe je me pijn en daarmee jezelf ook.’
‘Het spijt me ja, je was me te groot, ik durfde niet echt naar je te kijken.’
‘Daarom kwam ik steeds terug, snap je het nu?’ vroeg Eenzaamheid.
Ik knikte en mijn tranen vloeiden tot op de grond. ‘Ik zag jou altijd als mijn grote vijand,’ zei ik.
Eenzaamheid knikte. ‘Ja, je zag me niet zoals ik was.’
De volgende ochtend hoorde ik iemand lachen, ik liep op het geluid af en opeens opende de voordeur zich vanzelf.
En daar stond Liefde. Ik werd bijna verblind. Warmte en helder stralend licht vulden de hele gang. En zelf was ik nergens meer te bekennen. Ik was Liefde geworden. 
Blij dansten we de kamer in en alles werd één groot Licht. Er was niets en niemand meer, de ruimte was niet alleen volledig leeg, maar zelfs de kamer bestond niet meer. Binnen was buiten, buiten was binnen.
Niets, was alles wat er was. Een leegte die overstroomde van volheid. Als een waterval.
Teveel om binnen te laten. Teveel om buiten te laten.


Tekst Olette Luitwieler

0 Comments

    Archives

    December 2019
    October 2019
    May 2019
    October 2018
    June 2018
    April 2018
    November 2017
    October 2017
    June 2017
    April 2017
    November 2016
    October 2016
    December 2015
    October 2015
    June 2015
    January 2015
    December 2014
    October 2014
    August 2014
    July 2014
    June 2014
    May 2014
    April 2014
    February 2014
    January 2014
    December 2013

    Categories

    All

    RSS Feed


Contactgegevens

Monique Yoga 
 Vaals NL

​

​


​Copyright © 2020 - WebDesign MGA